Bunkernummer
B46
Oud Bunkernummer
AM6
Lokatie
Melle
Toegankelijkheid
Niet meer van toepassing. Gesloopt.
Aantal kamers

Het bunkertje had twee mitrailleurkamers boven elkaar. De onderste had achteraan een sas.

Aantal schietgaten
2
Type geschut
2 x MI
Bijhorende vuurrichting
Zuidoosten (onderaan) en Oosten Zuidoosten (bovenaan)

Korte beschrijving van de bunker

  • Uitwendige kenmerken.
  • Origineel waren de hoeken van de bunker afgewerkt met baksteen.
  • Het geheel was gecementeerd met een motief van kleine bakstenen dewelke daarna roze rood geverfd geweest zijn. Deze kleur was nog te zien aan de binnenkant van de schietgaten.
  • Al het houtwerk was standaard uitgevoerd in Noors rood dennenhout tenzij anders vermeld.
  • De twee schietgaten waren gecamoufleerd als ramen.
  • De beide schietgaten voor de mitrailleur zaten verborgen achter valse ramen telkens uitgewerkt met 2 luiken in gegalvaniseerd plaatijzer, openend in 2 richtingen, elk 0.50m x 1.40m (BxH). Op deze luiken waren aan de buitenzijde houten raamprofielen gekleefd om het geheel nog explicieter het uitzicht van een echt raam te geven.
  • Er waren voor de rest geen sporen van valse ramen.
  • Origineel stond het bunkertje meer vrij van het talud zoals ook op de plannen duidelijk zichtbaar is. Het talud is ter bescherming van het achterliggende land na de oorlog zeker met een meter tot anderhalve meter opgehoogd geweest. Daardoor is op alle foto's die men van het bunkertje kan vinden, het bovenste schietgat via dit talud bereikbaar. De bunker zit op de foto's die ervan bestaan dan ook tot op het niveau van het dakje op het sas in het talud verstopt. Dit was origineel zeker niet het geval.
  • Bij de bunkers met mitrailleurkamer(s) was de toegang tot de eigenlijke gevechtsruimtes van de bunker gescheiden van het sas door middel van een gepantserde metalen deur van 0.86m x 1.82m (BxH) met zonneblinden, omlijsting en luikje voor toegangsverdediging.
  • De eigenlijke toegang bij de inkom was op zijn beurt afgesloten met een metalen traliehekje van 0.90m x 1.82m
  • In elke mitrailleurkamer was daarnaast standaard aanwezig:
    • 3.50 meter etagères met leggers in inlandse eik.
    • Een inlands eiken plankje van 0.32m x 0.12m x 0.06m met ijzeren steunen voor de plaatsing van een kogelpers.
    • 6 zware geschilderde hanghaken voor ophangen materialen in de kamers
    • Een verzinkte hanghaak aan het plafond voor ophangen olielamp (in vredestijd)
    • 1 chardome en chardomeplaat voor de standaard opstelling van een Maximmitrailleur
  • Ventillatiegaten waren aan de buitenzijde aan de bovenzijde afgesloten met een koperen geperforeerde afdekplaat om ingooien van projectielen naar binnen onmogelijk te maken.
  • Hij was gecamoufleerd als kaaiwachtershuisje. Er was juist achter het bunkertje namelijk een kleine loskaai in de Schelde die eveneens net als de bunker zelf in 2009 diende plaats te maken voor een kale Scheldedijk, deel uitmakend van het Sigmaplan langs een toeristisch fietspad...
  • Structuur.
  • De bunker bestond uit twee mitrailleurkamers boven elkaar met aan de onderste kamer achteraan een sas. De kamers hadden geen vierkant uitzicht maar waren vijfhoekig. Dit verklaart ook de twee beperkt verschillende vuurrichtingen van de schietgaten.
  • Het onderste schietgat was gericht langs de dijk aan de onderkant. Het nam op deze wijze de vijand onder vuur die zou kunnen proberen op te rukken langs de onderkant van de dijk.
  • Het bovenste schietgat keek uit boven de dijk op het water van de Schelde komende uit de richting van Wetteren. Dit schietgat nam dan ook elke vorm van vijandelijkheid op de Schelde zelf onder vuur.
  • Opmerkingen.
  • Het was de laatste achterliniebunker juist naast de Schelde te Melle.
  • De dichtstbijstaande achterliniebunker was B45 (310 m).
  • De bunker was naast de opstelling van Maximmitrailleurs niet voorzien om andere types van mitrailleurs op te stellen.
  • Voor de bouw van de bunker diende origineel geen terrein te worden onteigend. De bunker zelf lag namelijk op staatsdomein (behoorde tot de officiële gronden die bij de dijken en de Schelde hoorden).
  • Wel had het bunkertje wegens zijn niet zo vlot bereikbare lokatie, een vrij grote permanente en tijdelijke erfdienstbaarheid. Deze lag op terrein van 2 verschillende eigenaars. Enerzijds was dit de familie De Bueren - De Crombrugghe uit Melle (voor 100 Bef) en anderzijds de Dhr Jean Cornille uit Ukkel (voor 200 Bef). Deze ontvingen hiervoor beiden enkel een eenmalige bijdrage (en zeker geen bijkomende jaarlijkse intresten). Zowel tijdelijke als permanente erfdienstbaarheid verliepen grotendeels over dezelfde terreingedeeltes. Enkel was de zone voor tijdelijke erfdienstbaarheid 5 meter breed (deels 3 meter, zie verderop) en diende deze beschikbaar gesteld te worden voor een periode van 8 maanden en was de permanente erfdienstbaarheid een beperktere strook van amper 2 meter breed.
  • Gedetailleerd liep de tijdelijke en permanente erfdienstbaarheid, vertrekkende vanaf de "Oude Heirbaan" over het terrein van de huidige firma Texus. Dit verliep op die manier kadastraal over terrein Melle Sectie D perceel 88e. Omwille van de bestaande bebouwing op dit terrein diende men de tijdelijke erfdienstbaarheid hier te beperken tot 3 meter in plaats van de klassieke voorziene 5 meter. Dit ging dan over op Melle Sectie D perceel 87e. Dit laatste perceel was hooiland tot aan de dijk van de Schelde. Hier werd de breedte opnieuw uitgebreid tot 5 meter. Deze beide terreinen waren toen eigendom van de familie De Bueren-De Crombrugghe uit Melle en de totale lengte bedroeg op die manier 125 lopende meter. Enkel voor de tijdelijke erfdienstbaarheid werd er dan vanaf het talud een bijkomende strook opgeëist van perceel Melle Sectie D 87F, eveneens hooiland en eigendom van Dhr Jean Cornille uit Ukkel. Deze strook was 5 meter breed en 36 meter lang. De bijkomende strook van 2 meter (die ook de latere permanente erfdienstbaarheid zou worden, was staatsdomein en maakte deel uit van het terrein behorende tot de Scheldeboorden. Deze strook was dan ook volledig verschillend van het terrein voorzien voor tijdelijke erfdienstbaarheid.
  • Ook opmerkelijk is dat de familie De Bueren een clausule liet opnemen in de akte om de permanente erfdienstbaarheid op hun terrein te kunnen terugkopen op het moment dat het militaire nut van de bunker zou stoppen. Dit zou volgens de clausule kunnen gebeuren voor dezelfde prijs van 100 Bef. Of dit ooit heeft plaatsgevonden is onduidelijk.
  • Erfdienstbaarheden, zowel de permanente om de bunker ten allen tijde te kunnen bereiken, als de tijdelijke die standaard werden in de aktes voorzien met een termijn van 8 maanden voor de bouw van de bunker mogelijk te maken, gingen net zoals het uitkeren van toegekende intresten pas in voege, van zodra de eigenlijke werken voor de bouw van de bunker werden aangevat, ongeacht de tijdsperiode die op die manier verstreek tussen aankoop van de gronden en de eigenlijke bouw van de bunker zelf.
  • Het bunkertje zijn aandeel in het bouwproject A bedroeg origineel 63.489,84 Bef. Met inbegrip van wat gemeenschappelijke kosten zoals onder andere de niet individueel verdeelde beplantingen moet deze prijs allicht opgetrokken worden tot 63.557,34 Bef. Als men hier nog eens een aantal zaken gaat bijtellen die niet dienden ingecalculeerd te worden door de bouwfirma's maar rechtstreeks werden aangeschaft door de militaire overheid zoals bv chardomes, koepels, ventillatoren,... moet de totale kostprijs ongeveer op 63.857,34 Bef hebben gelegen.
  • Ter info: 1 BEF in 1934 komt ongeveer overeenkomt met een bedrag van 74 BEF (1.84€) in 2013, een "factor 74" dus.
  • Het bunkertje is meer dan jammer, eind mei 2009 moeten wijken voor dijkwerken. Erg om te zeggen is dat het bunkertje hoofdzakelijk is gesloopt voor de aanleg van een toeristisch fietspad. Het is echt heel jammer dat men geen enkele poging heeft ondernomen dit bunkertje in het project op te nemen. Het had een perfecte kleine rustplaats aan de Schelde kunnen worden met een infobordje over waarom het bunkertje hier te vinden was. Het was één van de uniekste bunkers op de linie en daarenboven nog vrij intakt aan de binnenkant. De vroegere lokatie van het bunkertje was waar heden een sas werd gemaakt naar de Schelde toe. Ook dit had gemakkelijk 20 meter verder of korter gelegd worden zonder dit unieke bunkertje af te breken. Bruggenhoofd Gent is één van zijn pareltjes verloren.
  • Het bunkertje was tot op het einde van zijn dagen nog altijd dichtgemetst. De beide schietgaten waren vrij.
  • Hij droeg aan de binnenkant van zijn schietgaten wel inslagen van vijandelijke kogels.

Routebeschrijving om deze bunker te vinden

  • Melle, Achterliniebunker.
  • Het bunkertje lag achteraan in de tuin van een woning tegen de Schelde. Het terrein waar hij opstond was echter staatseigendom (behoorde bij de gronden die deel uitmaakten van de Scheldeboorden en dijk).
  • Heden kan de men de originele lokatie herkennen omdat men er een pompstation heeft voorzien. De bunker stond net waar dit station tegen de Schelde werd gebouwd.
Bijhorende foto's

Oude luchtfoto van Google Earth anno 2007. Hierop is de oude Scheldekaai alsook de bunker (schuin rechts eronder) nog te zien.

Origineel onteigeningsschets voor deze bunker. Gezien het terrein waar de bunker zelf werd opgebouwd bij de Scheldeboorden behoorde was dit reeds staatsdomein en werd hiervoor niets onteigend.

De hoofdweg onderaan in de Brusselsesteenweg. De erfdienstbaarheid start vanaf de "Oude Heirweg", rechtdoor over het terrein heden behorende aan de firma Texus. Deze liep daarna nog eens naar links verder onderaan het talud mee tot aan het bunkertje.

Detail van de tijdelijke en permanente erfdienstbaarheden.

Merkwaardig is dus wel dat in de onderste strook van 60 meter voor de tijdelijke erfdienstbaarheid slechts een strook van 3 meter voorzien omwille van de bestaande bebouwing. Vanaf de overgang naar het hooiland werd dit opnieuw de klassieke 5 meter.

De strook voor tijdelijke erfdienstbaarheid onderaan het talud was in totaal 5 meter breed. Voor de permanente erfdienstbaarheid werd in dit geval gebruik gemaakt van de talud zelf. Dit had dus niets meer vandoen met de tijdelijke erfdienstbaarheid.

De schets hiernaast toont de 2 tijdelijke erfdienstbaarheden op een actuele luchtfoto van Google Earth anno 2013.

Terreinschets horende bij de bouwplannen van de bunker. Je ziet duidelijk dat de voet van het talud +/- begint midden van de bunker. Dit is heel wat minder ver dan dat de bunker op zijn laatste dagen in het talud zat verstopt.

Origineel plannetje van de benedenverdieping met het toegangssas. De mitrailleurkamers waren in dit geval vijfhoekig. Hierdoor hadden beide schietgaten afwijkende vuurrichtingen.

b46

Grondplannetje van de bovenverdieping. Merk op dat het bovenste schietgat wel degelijk afwijkend was van het onderste. Het onderste was zowel in de hoogte als de breedte smaller. Het bovenste was zowel hoger als breder om zoveel mogelijk de Schelde in zijn totaliteit onder vuur te kunnen nemen.

b46

Doorsnede AB horende bij bovenstaand grondplan.

Doorsnede AC horende bij bovenstaand grondplan. Hier zie je duidelijk dat het totale talud amper 3.17 meter hoog was. Dit was toen de bunker werd gesloopt aanzienlijk hoger. Daarom zat de bunker ook toen veel meer in het talud verstopt dan dit origineel de bedoeling was.

Een fotootje daterend uit 1951. Het is gefotografeerd in de hoek gevormd tussen Brusselse steenweg en Schelde, heden de terreinen van de firma Texus. De personen op de foto zijn mij onbekend. Op de achtergrond ziet u de toenmalige Scheldedijk. Deze was een serieus stuk minder hoog dan het dijkje dat men heden nog kon terugvinden. Praktisch centraal op de foto, tegen de dijk. Het bunkertje B46. (Collectie O. Vandersmissen)

Foto Scheldedijk en bunker B46 in 1951 Texus

Bunkertje verborgen tussen het groen op de smalle dijk van de Schelde in 1995 (Collectie G. De Jong - Simon Stevin Stichting)

bunker verborgen in het groen

Vooraanzicht rond dezelfde periode. Het bunkertje had op de hoeken na nog een perfect cementeerpatroon van kleine bakstenen. (Collectie G. De Jong - Simon Stevin Stichting)

Wijze waarop het bunkertje gezien kon worden vanaf het jaagpad aan de overkant van de Schelde anno 2003. (Collectie Kris Vlaeminck)

Vooraanzicht uit dezelfde periode. Het bunkertje was toen vrij goed vrij en bereikbaar. (Collectie Kris Vlaeminck)

Voorkant en linker zijkant. Er zijn duidelijk nog kleurvlekken zichtbaar met de originele wandkleuren van de bunker. (Collectie Kris Vlaeminck)

Achteraanzicht met het nog volledig afgesloten toegangssas. (Collectie Kris Vlaeminck)

Zicht op de linker zijkant van deze twee -verdiepsbunker juist langs de Schelde in Melle. Deze foto's dateren van ongeveer 2006.
b46
De linker zijkant van de bunker met achteraan het toegangssas dat nog steeds volledig is dichtgemetst.
b46
Achterkant van het bunkertje vanaf de zeer smalle Scheldedijk te Melle. Het bunkertje heeft twee platte daken, zowel boven de tweede mitrailleurkamer als boven het sas.
b46

Vooraanzicht met de twee schietgaten. Het onderste schietgat kijkt in de richting van de dijk onderaan. Het bovenste schietgat is gericht op de Schelde zelf.

b46

Zicht zoals men het bunkertje kan zien liggen vanaf het smalle Scheldedijkje te Melle. Op de achterkant de oude loskaai in de Schelde. Ook dit stukje oude archeologie is ondertussen afgebroken.

b46

Detail van het onderste schietgat dat de onderkant van het talud onder vuur nam. Dit schietgat was smaller dan het bovenste. Ook was het aanzienlijk minder hoog. Enkel de bovenrand is wat afgebrokkeld maar er waren voor de rest niet direct kogelinslagen te zien. (Foto: collectie Kris Vlaeminck)

Het bovenste schietgat is merkbaar hoger. Dit was omdat de mitrailleur hier diende hoger of lager te kunnen richten gezien de hogere positie waarin de mitrailleur zich bevond. Dit schietgat bevatte wel degelijk schade van projectielinslagen.

Binnenzicht door het onderste schietgat. U ziet duidelijk de nog aanwezige ladder naar de bovenste mitrailleurkamer. Achteraan ziet u het toegangssas.

b46

Zicht aan binnenkant onderste mitrailleurkamer, foto's daterend uit het najaar 2008. De bunker was duidelijk enkel voorzien voor de opstelling van Maximmitrailleurs. Er waren geen extra voorzieningen. Op de foto's bemerk ik nu wel het te laat is, onderaan in het hoekje links kleine metalen hoekjes. De functie ervan is mij onbekend. Weet u meer, geef gerust een seintje. Let ook op de fraaie beschilderingen aan de binnenkant van het schietgat.

intakte mitrailleurkamer, enkel voor Maximmitrailleur

Algemeen overzicht vanuit het toegangssas.

De toegangstrap naar de bovenste verdieping was tot op het einde nog intakt aanwezig. De trap gaf tot op het einde nog altijd geen sporen van roest te bekennen ondanks de vochtigheid in de bunker. Links naast de trap de toegangen voor telefonie en eventueel elektriciteit. Achter de trap het granaatwerpgat dat net naast de toegang buiten de bunker uitkwam. Merkwaardig genoeg is het kleine houten tabletje dan toch weer wel verwijderd.

toegangstrap naar bovenste verdieping

Detail van het nog in perfecte staat verkerende trapgat. Jammer dat het originele deksel nergens meer te bespeuren was.

Detail van het toegangssas, De gepantserde deur is verdwenen. De etagères hangen nog aan de muren alsook de haken.

Binnenzicht door het bovenste schietgat. U ziet duidelijk de opening om de bovenste kamer te betreden.

b46

Bovenste schietgat. Hier was merkwaardig genoeg het chardome wel afgebrand kort tegen de grond. Waarschijnlijk was de afbraakzin van de van dienstzijnde ontruimers van de bunker snel over in het jaar 1943 want de meeste andere zaken waren nog vrij intakt aanwezig.

Intakte bovenkant van de trap met de handvaten om boven de trap wat steun te hebben. Het trapgat is echt smal om door te komen (zelf ondervonden). Ook hier is dus het tablet T verwijderd.

Het bunkertje tijdens hevige sneeuwbuien in de winter van 2008. (Foto: Collectie O. Vandersmissen)

Dit is vermoedelijk een van de laatste foto's van dit bunkertje. Het is getrokken enkele dagen voor de afbraak aan de achterkant van het bunkertje. Het bunkertje werd tesamen met de betonnen aanlegstijger in de Schelde afgebroken in mei 2009. Deze aanval met zware artillerie, exact 70 jaar na de eerste strijd, overleefde het bunkertje niet. Hieronder een relaas van de afbraak. (Foto: Collectie O. Vandersmissen)

Op 15 mei 2009 deed de sloper een eerste kleine test om te zien hoe allicht de verdere afbraak zou verlopen. Men ziet enkel wat schade aan de betonnen randen en de bakstenen uitwerking van de hoeken van de bunker. (Foto: Collectie O. Vandersmissen)

Op 18 mei 2009 werd een tweede, iets grotere test uitgevoerd op de achterkant van de bunker. Het dak van het toegangssas werd al eens flink aangepakt. Het bunkertje was nog wel niet van plan de strijd meteen op te geven. (Foto: Collectie O. Vandersmissen)

afbraak bunker B46 Melle Texus

Op 19 mei startte de definitieve afbraak. Het bunkertje werd dan met groot geweld aangepakt door de sloopfirma Creëlle uit Beervelde.(Foto: Collectie O. Vandersmissen)

definitieve afbraak B46 Schelde

Hiernaast ziet het effect van 1 volle dag afbreken van het bunkertje. Het toegangssas is verdwenen en de achtermuur van de bovenkamer heeft het begeven. (Foto: Collectie O. Vandersmissen)

effect 1 volle dag afbreken bunker

Zicht op een massa beton en een kluwen van betonijzer. Toch wel opmerkelijk dat dit ijzer na 70 jaar nog altijd volledig blank is zonder een spoor van roest. (Foto: Collectie O. Vandersmissen)

Na een tweede volle dag afbraak op 20 mei 2009 was het dak en de achtermuur van de bovenverdieping volledig verdwenen.(Foto: Collectie O. Vandersmissen)

Vooraanzicht na twee dagen afbraak. De bovenkant van het bovenste schietgat was nu reeds afgebroken. (Foto: Collectie O. Vandersmissen)

vooraanzicht bunker na 2 dagen slopen door Creëlle

Het blijft indrukwekkend als men ziet welke massa betonijzer in deze bunkertjes aan elkaar gevlochten geweest zijn.(Foto: Collectie O. Vandersmissen)

Na een derde volle dag slopen op 25 mei 2009, had het bunkertje zijn beste tijd gehad. Enkel de onderste mitrailleurkamer is nog herkenbaar. Men ziet nog het schietgat. Toch ook wel opvallend hoe het pleisterwerk aan de binnenkant van de muren letterlijk blijft hangen tot men aan dat stukje muur begint te beuken. Als men heden een nagel slaat in een muur rechts valt meestal het pleisterwerk van een muur links naar beneden omwille van de trillingen. (Foto: Collectie O. Vandersmissen)

uitzicht na 3 dagen afbreken

Vooraanzicht met de restanten van het onderste schietgat.(Foto: Collectie O. Vandersmissen)

Na vier dagen slopen had het bunkertje op 26 mei 2009 definitief de geest gegeven. Er bleef enkel nog een hoopje beton en wapeningsijzer over om af te voeren naar een puinbreker. (Foto: Collectie O. Vandersmissen)

effect na 4 dagen slopen

Het laatste puin van het bunkertje. (Foto: Collectie O. Vandersmissen)

Heden wordt het reeds moeilijk de originele lokatie nog terug te vinden tussen de dijkwerken die men aan het uitvoeren is. Jammer genoeg wordt hierbij totaal geen aandacht meer gegeven aan misschien historisch interessante elementen. Zo moest het bunkertje net als het oude fraaie aanlegsteiger verdwijnen voor het aanleggen van een pompstation naar de Schelde. Dit moest exact geplaatst waar heden de bunker en de stijger stonden. Waarom niet 50 meter meer naar links of rechts. Het zou te gemakkelijk geweest zijn en allicht te weinig gekost hebben..

Zonder enig probleem had men de bunker eveneens mee in de dijk kunnen opnemen als deze verbreed moest worden. Hij zou in dit geval grotendeels onder de grond gezeten hebben en allicht zou enkel het bovenste schietgat er nog uitgestoken hebben. Het zou niet meer hetzelfde uitzicht geweest zijn maar hij zou toch nog bestaan hebben. Enkel deze diepe krater herinnert voorlopig nog aan onze verdwenen betonnen vriend die aan de binnenkant zeker nog uniek was en vrij intakt.

Met wat moeite vindt men nog wel enkele kleinere restanten die herinneren aan het verdwenen bunkertje. Op de dijk zelf bleven nog enkel deze gammele restanten achter. Jammer genoeg zijn we nu wel één van de pareltjes van de linie voorgoed kwijt. Vanaf dat moment waren we nog met 184.

 
Vorige (B45)
Vorige (B45)
Terug naar (D18)